2024 was een jaar van herijking, stevige gesprekken én nieuwe stappen voor het programma Vitale Vakantieparken (VVP) in de gemeente Coevorden. Een gemeente met een flink aantal parken die een aanpak verdienen. Programmamanager Wolter Boerema blikt terug.

2024 stond voor de gemeente Coevorden in het teken van diverse interne wisselingen die leidden tot onzekerheid. ‘We zaten even in een soort wachtstand,’ vertelt Boerema. ‘Gaat het programma wel door? En hoe willen we dan verder met elkaar? Dergelijke vragen hebben we goed met elkaar uitgesproken. Dat vergde wel wat tijd, maar het positieve is dat er nu duidelijkheid is en dat het ons weer op scherp heeft gezet.’

Wiel uitvinden

Die hernieuwde scherpte leidde tot het ontwikkelen van meer instrumenten en leidraden voor projecten. ‘De samenwerking met andere gemeenten staat voor ons centraal. Je deelt kennis met elkaar en leert van elkaar. Het zou toch jammer zijn als we elk project het wiel opnieuw moeten uitvinden,’ stelt de programmamanager.

Gespreid bedje

Voor Boerema persoonlijk begon het programma in september 2024. ‘Ik kwam in een gespreid bedje. De verlenging van het programma tot en met 2027 lag al voor bij de gemeenteraad van Coevorden. De Raad ziet in dat het programma belangrijk is voor de werkgelegenheid, de leefbaarheid en voor de ruimtelijke ontwikkeling. Dat geeft rugdekking, vertelt hij. ‘We konden gaan bouwen – en dat hebben we ook gedaan.’

Succesvoorbeeld

‘De aanpak in Coevorden draait om maatwerk’, aldus de programmaleider, ‘één park, één plan. Op een aantal parken boeken we al mooie resultaten. Zoals Zuiderveld. Daar is sprake van een klein percentage permanente bewoning en dat gaan we geleidelijk uitfaseren zodat het park zijn oorspronkelijke recreatieve functie weer terugkrijgt.’ De huidige groep permanente bewoners krijgt een persoonsgebonden vergunning voor maximaal tien jaar zodat ze voldoende tijd hebben om een nieuwe woonplek te vinden. Een werkwijze die, in goed overleg met alle partijen, voor het eerst gehanteerd wordt. Boerema noemt het een echt succesvoorbeeld.

Energie

Anders ligt het bij Ermerstrand. Ooit was dit een goedlopend recreatiepark, maar de afgelopen jaren zag het een verschuiving in haar doelgroepen. Boerema: ‘Er verblijven nu onder andere internationale werknemers en dat zit de recreatieve potentie van het park in de weg.’ De eigenaar had destijds de fut eruit en wilde het park verkopen. Maar dankzij het programma Vitale Vakantieparken werkt hij met nieuwe energie aan een revitalisering van het park. Lastig obstakel vormt echter het probleem met de internationale werknemers.

Mona-regeling

In hetzelfde gebied bevinden zich ook Primo en Secundo – kleinere parken met hardnekkige problemen. ‘Daar loopt al langere tijd handhaving en dat is nodig’, aldus Boerema. ‘Maar vanwege de aangekondigde instructieregel van het Rijk – de ‘Mona-regeling’ – ligt dat deels stil.’ Haar voorstel om permanente bewoning onder voorwaarden toe te staan, heeft geleid tot valse verwachtingen bij bewoners. ‘Sindsdien denken de bewoners dat ze daar mogen blijven wonen terwijl dat niet zo is,’ benadrukt de programmamanager.

Snelle scans en nieuwe stappen

Boerema: ‘Op andere parken, zoals De Toenakkers, De Tilkampen en Brinkskamp zijn quickscans uitgevoerd om de situatie beter in kaart te brengen. De Toenakkers is nu het meest kansrijk van de drie om tot een goed toekomstplan te komen. We hebben daar goede gesprekken met de parkvertegenwoordiging en de quickscan wordt door de VvE breed gedragen. Als je vertrouwen weet te kweken, dan kun je dingen voor elkaar krijgen.’

Grootafnemer

Coevorden heeft als een van de weinige gemeenten een stevig georganiseerd programmateam. Boerema: ‘Er wordt intensief samengewerkt met de Taskforce van Vitale Vakantieparken Drenthe die ons ook laat profiteren van haar netwerk aan juristen, toezichthouders en adviseurs. Inmiddels zijn we grootafnemer,’ grapt Boerema. ‘De samenwerking werpt zijn vruchten af. Het geeft structuur en dat maakt het prettig werken.’